Als ik vrij zou breken…

Gastschrijver
19 apr 2017

Ik moet hier weg…. kan ik weg? Ik zit op de grond op een meditatiekussen, het is dag twee van Break Free, de driedaagse training van Great Communicators voor vrouwelijke sprekers. Ik ben hier omdat er in mij een verlangen groeit om achter mijn laptopje vandaan te kruipen en mijn ervaringen met mensen van vlees en bloed te delen. Zonder zweetplekken tot aan mijn ellebogen, zeg maar. In de zaal ruikt het naar Palo Santo wierook en angst. De zon gutst door de hoge ramen het gerenoveerde klooster binnen. Ik kijk over mijn schouder de appel- en perenboomgaard in. Dat laat mijn nek maar net toe. Ik wou dat ik hier als geest kon ronddwalen. Gewichtloos, onzichtbaar…

Door Johanna Nolet

Voor mijn neus vindt een opstelling plaats; een methodiek uit Systemisch Werken waarbij het gesprek tussen de verschillende “stemmen” in een individu visueel wordt gemaakt. Een van de deelnemers vertolkt het ‘kleine meisje’ van één van de andere deelnemers. Ze verkeren in een stroef gesprek. De deelneemster over wie het gaat, wil graag richting haar ‘verlangen’ lopen, maar haar ‘kleine meisje’ houdt haar tegen. Ze is bang. Hier wordt de deelneemster moe van. Ze heeft al zoveel werk aan haar gehad. Mag ze nu niet gewoon vrij zijn en genieten? Haar ‘kleine meisje’ begrijpt niet wat ze verkeerd doet en voelt zich buitengesloten. Ik kan zo onderhand mijn linkerarm niet meer bewegen.

Elke spier in mijn lichaam is bezig mijn emoties te onderdrukken. Ik doe wat ik geleerd heb en visualiseer: Adem in… adem uit… Mijn wortels reiken tot vér in de grond… Ik woon in een doorzichtig ei… Get a fucking grip… Bij elke ademhaling voel ik een scherpe steek, diep achter mijn linkerschouderblad. Voor het eerst realiseer ik me waar die typische pijn vandaan komt: Constant ben ik een immense natuurkracht in bedwang aan het houden. Zet ik álles in om het moment van de ander niet met een emotionele striptease te verstoren.

Later die middag sta ik voor de groep en is het aan mij om een presentatie te houden. “Waar kunnen we jou voor wakker maken?” Ik denk even na, knipper met mijn ogen en er wordt geklapt. Reacties uit het publiek zijn dat mijn verhaal “mooi” en “grappig” was, maar dat ik “wegvlieg”, “niet helemaal aanwezig lijk te zijn” en “geen oogcontact maak”. Ik vraag me oprecht af of ik überhaupt iets verteld heb? Intuïtief voelt de trainster aan wat ik nodig heb om zonder vluchtgedrag op het podium te kunnen staan. Marteling, besluit ze: Ik moet mijn mond houden en mijn publiek één voor één in de ogen aankijken. Pas als de deelnemers het gevoel hebben contact met mij te hebben, mogen ze hun hand opsteken en mag ik door naar de volgende.

Ik overweeg heel hard “ALOHOMORA*!!!” te roepen en uit het raam te springen, maar daar doelen ze vast niet op met “break free”. En elf paar ogen kijken mij uitnodigend aan. Ik schud de spanning uit mijn lijf en richt mijn blik op de deelneemster links in de hoek. Haar gezicht is zacht, lichtelijk verslagen en kwetsbaar. Toen zij die morgen het ‘kleine meisje’ van de andere deelneemster vertolkte, had dat een persoonlijk stuk in haarzelf geraakt. In een poging haar geloofwaardigheid als stabiele getuige terug te pakken, snikte ze: “Wat gênant dit!”. Het Help-ik-moet-huilen-dit-gebeurt-me-normaal-nooit dansjekennen we allemaal. Maar juist op het moment dat zij brak, slaakte de knoop in mijn schouder een zucht van verlichting.

Ik kijk haar aan en raak vervuld van dankbaarheid. Ze steekt haar hand op. Ik kijk in de open ogen van de jonge vrouw naast haar en er gaat een golf van vreugde door me heen. Ze steekt haar hand op. Zo ga ik hen één voor één af. Het voelt extreem naakt, maar ook alsof ik hiervoor gemaakt ben. Dan, bij één van de laatste blikken, vlucht ik weg uit mijn ogen. Ik kijk de deelneemster aan zonder haar echt te zien, fake een glimlach in de hoop dat ze die accepteert, maar haar handen blijven roerloos in haar schoot liggen.

Om door te kunnen, moet ik de deelneemster ontmoeten met alles wat ik nu voel, hoe onaangenaam ook. Mijn lip begint te trillen. Ik weet niet hoe mijn gezicht werkt. Hoe houd ik mijn kaak? Waar laat ik mijn wangen?? Ik wil niet dat ze ziet hoe ongemakkelijk ze me maakt. Ik wil niet dat ze denkt dat ik haar niet mag. En al helemaal niet dat ze ziet hoe graag ik haar erkenning wil. Ik adem diep in en ga voor haar spiegel staan. Dit is het… dit ben ik… Ik wil schreeuwen, rennen en huilen tegelijk, maar ik blijf staan en kijk haar aan. Dan pakt ze mijn hand. Niet echt, maar zo voelt het. Als ze haar arm omhoog doet, is dat puur voor de anderen. Wij zien elkaar. Wij zijn thuisgekomen in elkaars blik. 

Als ik vrij zou breken… zou ik een nestje bouwen in mijn ogen. Dan zou ik je laten zien dat ik de hele tijd, belachelijk veel voel. Ik zou toegeven dat jij van alles bij me losmaakt. Dat je mijn verdriet, angst, dankbaarheid en vreugde raakt. Puur met wie je bent en wat je met je meedraagt. Als ik vrij zou breken… zou ik mijn schouders vrijaf geven. Dan zou ik weten dat mijn tranen jouw tranen erkennen. In plaats van te denken dat je op de mijne niet zit te wachten. Als ik vrij zou breken… zou ik bekennen dat jij en ik gewoon één zijn. En dat ik mezelf de godganse dag tegenkom in de spiegel van jouw ziel. 

*Toverspreuk uit Harry Potter om gesloten ramen en deuren mee te openen.

Deze blog verscheen eerder op: johannanolet.nl/blog/als-vrij-zou-breken/

Johanna Nolet is inspirator, schrijver en spreker. En deed mee met onze opleidingen Break Free (en Het Echte Verhaal. Op de hoogte blijven van Johanna? Like haar blog Geen Bekende Vrouwen op Facebook en op Instagram.

Ook meedoen met Break Free? 20-22 september start er weer een nieuwe training!