Moeiteloos je speech onthouden!

Gastschrijver
19 mrt 2015

Ik ben altijd al gefascineerd geweest van de kracht van het onderbewustzijn. Het deel van je hersenen dat het grootste gedeelte van je gedrag, focus en gedachten bepaalt.

Onbewust leren is niet doorhebben dat je leert, het gaat natuurlijk en kost weinig energie. Dit gebeurt voornamelijk door het aanleggen van patronen en herkenningspunten. Dit doen we eigenlijk de hele dag door. Denk bijvoorbeeld aan een moment wanneer je in een nieuwe stad komt en zonder kaart de stad verkent. Als je de volgende keer weer in dezelfde stad terechtkomt, weet je waarschijnlijk door herkenningspunten snel een bepaalde plek in de stad te vinden. Doordat je geen kaart bij je hebt, gaat je brein automatisch een kaart maken. Eigenlijk programmeer je je brein onbewust.

Bij het uit je hoofd leren van een speech zien we vaak dat dit gepaard gaat met bloed, zweet en tranen. En niet altijd met het gewenste resultaat… De tekst wordt opgelezen. Het mist de spontaniteit en je ziet dat het uit het hoofd wordt opgelezen. Weg impact! Met de volgende oefening stimuleer je onbewust het gedeelte van je brein wat de tekst onthoudt. Een makkelijkere en leukere manier om een speech uit je hoofd te leren met een natuurlijk resultaat!

Let’s go:
1. Verdeel je tekst in alinea’s. Zorg ervoor dat de alinea’s aparte verhalen zouden kunnen zijn en maak er niet te veel. Voor een tekst van ongeveer een A4tje vol, verdeel je de tekst in vier á vijf alinea’s.
2. Omschrijf elke alinea met een aantal kernwoorden en schrijf deze per alinea, groot op een halve A4. Deze woorden moeten de alinea kunnen omschrijven. Het maakt niet uit of anderen het verband tussen de woorden en de tekst begrijpen, zolang jij deze aan elkaar kunt koppelen is het prima.
3. Maak nu, in je hoofd, een beeld van de kernwoorden. Hoe ziet de situatie eruit? Wat gebeurt er?
4. Nu heb je ruimte nodig. Leg de halve A4tjes op volgorde, met één meter ertussen, naast elkaar op de grond.
5. Ga bij de eerste kernwoorden staan. Lees ze en haal het beeld wat je bij de omschrijving van de alinea had bedacht voor je. Als de tekst niet vanzelf naar boven komt, pak je die er even bij en leg je die na het spieken weer weg.
6. Wanneer je klaar bent met het eerste stuk tekst stap je naar de volgende kernwoorden toe. En zo verder.
7. Daarnaast kun je nog ‘brugzinnen’ bedenken die de alinea’s met elkaar verbinden. Dit helpt je om een natuurlijke overgang te maken van de ene naar de andere alinea. Dit is namelijk wat mensen vaak het lastigst vinden.
8. Herhaal de oefening totdat de tekst goed in je hoofd zit.

Succes!