Speechlessen uit de filmwereld

Hans Busstra
23 jan 2018

Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Ik heb dit altijd een onzinnige tegeltjeswijsheid gevonden. Je kunt immers ook met taal beelden oproepen. En beelden zeggen mijns inziens niet per se méér, maar ze spreken een andere taal, de taal van emotie. Aristoteles beschreef al dat overtuigende retorica naast logos (rationele, feitelijke argumentatie) ook pathos nodig heeft: vervoering, emotie. En die emotie bereik je vooral door beeldend taalgebruik. Nu zijn we in de Nederlandse spreekcultuur een beetje huiverig voor het toepassen van pathos. We zijn al snel bang sentimenteel en pathetisch gevonden te worden – ‘doe maar gewoon.’ Dat is jammer, want daarmee laten veel sprekers een cruciaal, retorisch instrument links liggen. Als je in presentaties en speeches meer vanuit emotie wilt communiceren, kun je veel leren van film. Dat is bij uitstek de kunstvorm die beelden gebruikt om dramatische verhalen te vertellen. Zo leerde ik grappig genoeg het meest over speechschrijven tijdens mijn studie aan de filmacademie. Ik deel hier een aantal inzichten.

Emotie van beelden

Toen de filmkunst net was geboren experimenteerden filmmakers met de kunst van montage. Een van de bekendste vondsten uit die tijd heet het Kuleshov-effect. In een kort filmpje zie je een man eerst naar een bord soep kijken, vervolgens naar een meisje in een doodskist en tot slot naar een mooie dame op een divan. De kijkers in 1910 zagen in de blik van de man eerst honger, daarna verdriet en tot slot verlangen. Maar het shot van de kijkende man was telkens identiek. Kortom, niet de acteur maar de kijkers vulden de emotie in. Dat is in het kort de magie van film en montage: we ‘ontdekken’ automatisch emotionele betekenis aan een sequentie van beelden. Dat onbewuste proces vindt plaats in onze rechterhersenhelft. Taal daarentegen komt ‘links’ binnen en moet ‘gedecodeerd’ worden tot betekenis. Dat kost ons meer energie en verklaart ook waarom we makkelijker acht uur Netflixen in plaats van acht uur naar TED-Talks luisteren.

Goede sprekers zijn zich bewust van de kracht van beeld en vertellen visueel. Dit is een recent voorbeeld uit de speech van Oprah Winfrey bij het in ontvangst nemen van een Golden Globe: “In 1964 I was a little girl sitting on the linoleum floor of my mother’s house in Milwaukee watching Anne Bancroft present the Oscar for best actor at the 36th Academy Awards.” Een klein meisje dat naar de Oscaruitreikingen kijkt zittend op een linoleum tapijt. Ik denk aan armoede, verlangen en dromen van een beter leven. Die emoties vul ik zelf in. Oprah benoemt ze niet, maar schetst slechts een ‘neutraal’ beeld: een Kuleshov-effect in een speech.

Ook wat betreft de opening en opbouw van een goede speech valt er veel te leren van films. Ongeveer de eerste tien minuten van elke Hollywoodfilm hebben maar één doel, dat is om je als kijker te laten identificeren met de hoofdpersoon. Alleen dan heb je namelijk zin om de overige anderhalf uur uit te kijken. Die identificatie vindt vaak plaats door een intiem inkijkje in iemands leven, het liefst huiselijk, persoonlijk en kleinmenselijk. De hoofdpersoon is een mens net als jij, dat moet je voelen. Met de mediamiljardair Oprah kunnen we ons niet zo makkelijk identificeren, maar met een klein meisje wel. Bij een dertiger die een bliksemcarrière maakt in de politiek voel je misschien ook niet direct erg veel, bij een jongetje in een achterstandswijk met een alleenstaande moeder waarschijnlijk wel. Daarom riep Jesse Klaver dit beeld herhaaldelijk op in zijn speeches tijdens de Tweede Kamercampagne vorig jaar.

The Hero’s Journey

Bij Great Communicators werken we vaak met principes uit The Hero’s Journey, het meesterwerk van mythologiewetenschapper Joseph Campbell. Campbell onderzocht alle wereldreligies en mythes en distilleerde hieruit verhaalelementen die in bijna alle religies, sprookjes en mythes terugkomen. In Hollywood werd zijn boek een bijbel voor scenarioschrijvers. Zo gaf George Lucas openlijk toe dat hij Star Wars volledig had gebaseerd op The Hero’s Journey. Centraal in die eeuwenoude verhalen van Odysseus tot Jezus en Buddha staat het moment waarop de held de ‘gewone wereld’ moet verlaten om op avontuur te gaan. Blockbusters passen deze verhaalwet steevast toe. Harry Potter pakt de trein naar Zweinstein, Frodo verlaat de Gouw en Luke verlaat zijn geboorteplaneet Tatooine. Campbell analyseerde dat de held daarna op een punt van twijfel komt: ”Shit, waar ben ik aan begonnen, kan ik het wel?” Volgens de blauwdruk van The Hero’s Journey komt er precies op dat punt in het verhaal een helper in de vorm van een magische figuur die de held te hulp schiet. Frodo krijgt een magische lantaarn van de mysterieuze vrouwe Galadriel, Luke wordt ingewijd door Yoda in de Jedi-kunst en Harry krijgt hulp van professor Dumbledore.

Als een Hollywoodscenarist paste Obama slim deze klassieke heldenreis toe. In zijn bekende ‘Fired Up, Ready to Go’-speech, beschrijft hij hoe hij door de campagne is uitgeput. Doodmoe en kletsnat geregend komt Obama op het meest troosteloze punt van zijn journey. “We go into this park fieldhouse — I get a little more wet — get inside, and after this long drive, waking up at 6:30 a.m., there are only about 20 people in the room.” Ok, helder. Dit is een dieptepunt. Maar dan is er een vrouw die Obama nieuwe krachten geeft: “I look behind me, there’s this small woman, she’s about 5 feet, she’s about 50, 60 years old. And she’s just—she’s dressed like she just came from church—she’s got a big church hat. And she’s looking at me, she’s smiling and she says: “Fired up?” Campbell zou deze vrouw duiden als ‘de oude wijze vrouw’, een archetypische helperfiguur die hij terugzag in veel mythen. Ze is de godin, de engel die vermomd is als een mysterieuze omafiguur en ze biedt helden raad en wondermiddelen. Als in een sprookje ontvangt Obama van deze oude, wijze vrouw zijn elixir in de vorm van een krachtige campagneslogan ‘Fired up, ready to go!’ Zo verpakt Obama eeuwenoude storytelling in een modern jasje en zet hij zichzelf neer als een klassieke held.

Goede films zijn beeldhouwwerken van tijd. Als kijker krijg je sleutelmomenten te zien uit levens van personages en alle ruis daartussen wordt weggelaten. Kijk eens naar de prachtige film Moonlight (2016) die thema’s als homoseksualiteit, het harde straatleven en zwarte identiteit behandelt door slechts drie fragmenten uit het leven van de hoofdpersoon Chiron te tonen. Alsof je in drie dagen een heel mensenleven ervaart. Die kunst paste Steve Jobs ook toe in zijn bekende Connecting the Dots-speech over de sleutelmomenten in zijn leven, zijn ‘stippen’. Samen met de luisteraar trekt hij een rode draad tussen stippen in zijn leven en wordt de boodschap helder: ‘Stay hungry, stay foolish’. Er zijn heel veel van dit soort interessante verteltechnieken te halen uit films en series, en ik raad iedereen aan om Netflix af en toe te pauzeren om je af te vragen waarom je nu zo verslaafd verder wilt kijken. Wat doen de filmmakers nou zo goed?

Nog meer leren over spreken met impact? Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang GRATIS ons Ebook Schrijf je in

Ethos

Dat veel sprekers huiverig zijn om visueel te speechen en een dramatische structuur te hanteren, heeft in mijn ervaring vooral te maken met het feit dat dit zich ook tegen je kan keren. Er is een afbraakrisico dat groter is dan wanneer je het alleen zakelijk en rationeel houdt. Dat risico heeft sterk te maken met de derde pilaar die Aristoteles benoemde: naast logos en pathos leunt een goede speech op de ethos, het karakter en de geloofwaardigheid van de spreker. Een dramatisch, beeldend verhaal uit de mond van een spreker die niet uitstraalt dat hij zijn eigen verhaal voor honderd procent gelooft, roept in plaats van affectie afkeer op. Dus voordat je je waagt aan krachtige dramatische beelden dien je je af te vragen: sta ik écht achter deze boodschap? Voel ik zelf de emotie die ik wil delen en opwekken bij mijn publiek?

En dan blijft er altijd nog een grijs gebied, de grens tussen de feitelijke waarheid en een prachtig verhaal. Was Obama echt kletsnat geregend? Waren er écht maar twintig en niet stiekem tachtig man in dat zaaltje? Het mooie is dat bijna niemand zich dat tijdens zijn speech afvraagt, want zijn ethos klopt. Als je publiek ziet dat je connect met je eigen verhaal, dan kun je vervolgens losgaan met visuele, dramatische storytelling en mag je soms best doen alsof je een held bent in een film of mythe.

Hans Busstra is speechwriter en sprekerscoach naast zijn werk als documentairemaker. Wil je aan de slag om een ijzersterke, beeldende speech neer te zetten? Neem dan contact met ons op!